De eerste meters op Schiermonnikoog voerden ons over een pad pal langs de dijk. Prachtig uitzicht, maar het pad liep schuin af – perfect voor de afwatering,
minder prettig voor onze driewielers. De helling vroeg om constante correctie; het voelde alsof je steeds van je lijn af werd geduwd. Niet gevaarlijk, wel vermoeiend.
In het dorp zelf werden we getrakteerd op hobbelige straatjes. Gelukkig hadden we vakantie en dus alle tijd om rustig aan te doen – langzamer fietsen hielp enorm tegen het gestuiter. De grindpaden door de natuur waren goed onderhouden en breed genoeg om elkaar makkelijk te kunnen passeren, zelfs met twee driewielers naast elkaar. Soms lagen ze kaarsrecht horizontaal, dan weer bol als een rug – wat het fietsen afwisselend maar soms ook onvoorspelbaar maakte. Bobbels en kuilen waren niet altijd goed zichtbaar, wat af en toe voor een schokje zorgde. Maar eerlijk is eerlijk: het fietsen op Schiermonnikoog is heerlijk.
Er was opvallend weinig verkeer op de paden – een luxe waarvan we ons afvragen of die er in het hoogseizoen ook is. We konden onze driewielfietsen probleemloos parkeren, vaak dicht bij ingangen of opgangen. Maar dat roept wel vragen op: hoe gaat dat als het eiland volstroomt in de zomer? Kun je je driewieler dan nog wel kwijt zonder dat die wordt ingesloten door een muur van tweewielers? Nu konden we met onze driewielfietsen overal komen. We genoten volop van de ruimte, de rust en het adembenemende landschap. Zelfs op de terugweg – weer met de boot – gaf onze bijzondere fiets geen enkel probleem. Alles verliep vlekkeloos.
Een aanrader dus, met een paar kanttekeningen – maar vooral een ervaring om te koesteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten